Zo. De opnamesessie van afgelopen dinsdag is geweldig verlopen. Op een enkele futiliteit na is de fundering voor alle liedjes nu gelegd. Op een enkele futiliteit en een lied na, moet ik zeggen, want vandaag kwam ik er achter dat ik toch niet tevreden was over de tekst van wat het titelnummer had moeten worden – vandaar, wellicht, dat ik er nog niet in was geslaagd het naar tevredenheid in te zingen. Tsjak, tsjak tsjak, en… Aangepast! Tussen mijn beruchte nevenactiviteiten door heb ik tijd gevonden om een nieuw laatste vers te schrijven. En nu is het goed! Nou ja, het lied moet opnieuw ingespeeld worden, rustiger en beter en zo, opdat tekst en muziek voor mijn gevoel goed op elkaar aansluiten. Maar toch, nu weet ik dat het goed is. Opvallend genoeg – alhoewel het alleen mijzelf opvalt, overigens – is het lied na deze herschrijving niet langer het titelnummer, terwijl ik er tot vandaag van overtuigd was dat het dat wel zou zijn. Desondanks gaat het de titel leveren. In het nieuwe laatste vers zit namelijk een zinsnede, moet je weten, die treffender omschrijft wat ik met dit album beoog te zeggen dan de titel van het lied doet. De zinsnede is een, ehhh… Een mantra – ja, een mantra! – die mij in mijn altijd moeilijke tijden op de been houdt. Tja, en wat die mantra is blijft vooralsnog geheim – eerst even laten bezinken, kijken of hij als titel beklijft (als mantra zeker wel, ofschoon ik niet zo van de mantra’s ben). Het oorspronkelijke titelidee voor mijn solodebuutalbum was, zoals de onderkop van dit blog en de titel van het betreffende lied nog steeds luiden, Het Simpelste Geluk. Oeps, typte ik zo maar per ongeluk een ‘l’ in plaats van een ‘k’. Gelukkig kon ik die fout ongemerkt herstellen. Wat een gelul!