“Hij was onrustig vandaag. Vanaf het moment dat ik hem een complimentje gaf dat het de laatste tijd zo goed met hem gaat. Op een gegeven moment begon hij echt de clown uit te hangen. Toen hij iets moest inleveren, kwam hij dansend naar mij toe gezwierd. Weet je wat dan wel weer heel leuk was? Vanmiddag betrapte ik Hava met een briefje in de klas. Dat had ze tijdens de les zitten schrijven. Ik nam het in en las het. Het ging over Mink. ‘Mink, je bent altijd zo grappig!’ ‘Mink, je haar zit zo goed!’ Mink, je hebt zulke mooie ogen…’ Mink weet er niets van. Maar dan zie je dat het hem nog lukt ook om de aandacht te trekken met zijn uitspattingen.”
Minks juf bespreekt de dag wel vaker met me, omdat ik er graag naar vraag. Maar vandaag sprak ik haar eigenlijk vooral aan omdat ze bij de ingang van de school alle leerlingen van groep 6a met een handje tot morgen heeft gezegd en Mink niet mee naar buiten is gekomen. Dat is dus omdat hij onrustig was vandaag, waardoor hij langzaam werkte en zijn werk niet af kreeg. Juf zegt ook mij tot morgen en keert terug naar binnen, waar Mink zijn werk zit af te maken.
“Waar ging dat over, papa?” vraagt Nola, die geen woord heeft gemist van wat er is gezegd.
“Nergens over, liefje.”
“Over een briefje, toch?”
“Ja.”
“Wat stond daar dan in?”
“Het was gewoon een briefje, Nola.”
“Ja, maar… Ging het over Minks ogen?”
“Dat weet je zelf wel.”
“Nee, maar zeg nou, pap! Ik zal Mink er nooit iets over vertellen. Het is mijn grootste geheim…”
“Nee, Nola. Het doet er niet toe. Over dat briefje valt niets te zeggen. Ik heb het niet gezien.”
“Maar juf vertelde het toch?” Ze strijkt een hand door haar haar, kijkt zo cool als Mink pleegt te doen als hij voor de spiegel zichzelf staat te bewonderen. “Dat meisje had toch geschreven dat zijn haar altijd zo mooi zit?”
“Nola, ik weet het niet. Echt niet. Zoiets, ja.”
“Maar wie had dat geschreven, dan?”
“Dat zeg ik niet.”
“Maar je weet het wel?”
“Nola! Je hebt het zelf vast wel gehoord.”
“Alsjeblieft, papa, zeg het! Ik zal niets doorvertellen… Echt niet!”
“Nee.”
“Het was Hava, toch? Die ken ik ook, hoor.”
Mink komt eindelijk de school uit.
“Hoi!” roept hij, mij zijn tas toewerpend.
“Hoi”, zeg ik.
“Ooooh Mi-i-ink!” zegt Nola, op plagerige toon. “Wat heb ik nu gehoord?”
“Wat?” vraagt Mink.
“Van dat briefje van dat meisje uit je klas…”