Wanneer je vastgelopen bent
Kun je niet verder
Maar ook niet meer terug
Einde verhaal.
Wanneer je vastgelopen bent
Kun je niet verder
Maar ook niet meer terug
Einde verhaal.
Ik ben een ideeënoester
Met af en toe een parelgedachte, maar
Mijn schelp blijft gesloten.
Ooit vloog ik uit om een nest te bouwen
Wat ik niet wist was dat ik
Als een vogel zonder kompas
Aan een dwaalvlucht was begonnen.
In de flarden van het keukenlicht
Schenk ik mijzelf een bier in
Zittend op de bank
Moe
Midden in de nacht
Wetend dat ik niet zal slapen
Omdat het vanavond weer is misgegaan
Zoals het zo vaak misgaat
Het is niet dat de liefde er niet is
Het is niet dat we elkaar niet begrijpen
Het is niet dat we te veel van elkaar verschillen
Misschien lijken we juist te veel op elkaar
Misschien begrijpen we elkaar te goed
Misschien
Vinden we het moeilijk
Dat er liefde is tussen ons
Misschien vinden we beiden van onszelf
Dat we het niet waard zijn;
Onze eigen liefde niet
De liefde van de ander niet
In de flarden van het keukenlicht
Schenk ik mijzelf een bier in
En drink het
Met pijn in mijn hart.
Over vurigheid
Als het tegenzit
Zit het bij mij ook echt meteen
Gigantisch tegen
Als iets lukt
Kan ik onmiddellijk
De hele wereld aan
Er is geen middenweg
Op het moment
Van mijn beleving
En achteraf
Blijkt altijd weer
Dat ik overreageerde.
Mijn geliefde schreef mij dat zij ‘gek genoeg’ zo lekker vindt bekken. Eens!
Gek genoeg
Ben je nooit gek genoeg
Om gek genoeg te zijn.
Dank, lief, voor je inspiratie.
Over het geschreven woord
De verbittering
In sommige van mijn woorden
Op papier
Is verbittering
In woorden op papier
Zij spreekt voor zich
Nee, niet voor mij
Want ik ben ik
En zij is een gevoel
Verwoord
Een verwoord gevoel
Op papier
Meer is zij niet
Mijn geschreven verbittering
Heeft nauwelijks gelaagdheid
Het diepere gevoel
Mijn ik
Is in woorden niet te vangen
Al ben ik schrijver
De pen is ontoereikend
Mijn geschreven verbittering
Leidt een eigen leven
Soms houd ik haar niet tegen
Dan gaat zij zich te buiten
Op papier.