Wanneer je vastgelopen bent
Kun je niet verder
Maar ook niet meer terug
Einde verhaal.
Wanneer je vastgelopen bent
Kun je niet verder
Maar ook niet meer terug
Einde verhaal.
Ik ben een ideeënoester
Met af en toe een parelgedachte, maar
Mijn schelp blijft gesloten.
Ooit vloog ik uit om een nest te bouwen
Wat ik niet wist was dat ik
Als een vogel zonder kompas
Aan een dwaalvlucht was begonnen.
In de flarden van het keukenlicht
Schenk ik mijzelf een bier in
Zittend op de bank
Moe
Midden in de nacht
Wetend dat ik niet zal slapen
Omdat het vanavond weer is misgegaan
Zoals het zo vaak misgaat
Het is niet dat de liefde er niet is
Het is niet dat we elkaar niet begrijpen
Het is niet dat we te veel van elkaar verschillen
Misschien lijken we juist te veel op elkaar
Misschien begrijpen we elkaar te goed
Misschien
Vinden we het moeilijk
Dat er liefde is tussen ons
Misschien vinden we beiden van onszelf
Dat we het niet waard zijn;
Onze eigen liefde niet
De liefde van de ander niet
In de flarden van het keukenlicht
Schenk ik mijzelf een bier in
En drink het
Met pijn in mijn hart.
“Waarom
Ben jij die man
Die altijd heel veel geeft?”
Vraagt het meisje
Aan de ijsverkoper, die
Inderdaad
Altijd een bolletje meer schept
Dan waarvoor betaald
“Omdat jij
Het beste in mij bovenhaalt”
Zegt de jongeman
En daar is geen woord
Gelogen van, want
Inderdaad
Haalt zij het beste
In hem boven
“Maar wat is dat dan
Het beste?”
Zou zij kunnen vragen, maar
Daar heeft zij geen zin in
Omdat het ijs vandaag (met extra bolletje meer!)
Inderdaad
Toch echt het beste smaakt
Als er niet te veel bij wordt gepraat.
***
Zondag 28 juli
Een komma weggehaald. Nu moet het goed zijn.
Woensdag 17 juli
Dit schrijfsel, ik krijg het maar niet af. Het begincitaat, de vraag: “Waarom ben jij die man die altijd heel veel geeft?” Die vond ik mooi, poëtisch. Het was écht een vraag. Van de dochter van mijn geliefde aan de ijsschepper van een zaak in Haarlem waar wij regelmatig komen. Omdat ik al een tijd niets meer geschreven had, besloot ik haar te gebruiken als basis voor eindelijk weer een tekstje op mijn blog. Een gedichtachtig iets, een Opdichtertje. Maar ik kwam er niet uit.
Het citaat zonder context is te dun, vind ik. De eerste alinea, de eerste zin, de eerste strofe was eenvoudig te bedenken; een beschrijving van wat er daadwerkelijk gebeurde. Maar daarna, wat wil ik zeggen met dit schrijfsel? In welke vorm wil ik het gieten? Zo’n gedichtending dat ik wel vaker schrijf, al lukt dat de laatste tijd dus niet. Maar is het daar geschikt voor? De openingszin, die eerste strofe, ook die was te dun, zonder vervolg. Zonder climax, zonder zeggingskracht.
Desondanks besloot ik het alvast te publiceren. Uit creatieve armoede. Of, positiever, om mijn blog nieuw leven in te blazen. Dat laatste is gelukt, denk ik. En nu, op woensdag 17 juli en ruim een maand na publicatie van het gemankeerde stuk tekst, voel ik dat ik hem het liefst zou verwijderen. Omdat er inmiddels weer wat recentere entries zijn, waardoor verwijdering van dit wangedrocht niet direct in het oog zou lopen van die paar lezers die ik hooguit heb.
Verwijdering zou echter een groter zwaktebod zijn dan het publiceren van het schrijfsel al was. Laten staan zoals het staat is evenmin een optie, zo zwak is het. Proberen het alsnog af te maken, dus. Maar ja, dan loop ik er net zo hard weer tegenaan: ik krijg deze tekst niet rond, niet mooi, niet interessant. Moet ik hem laten rusten? Natuurlijk. Maar nog niet. Ik laat hem staan zoals hij nu staat, inclusief afgebroken tweede strofe. En als ik het nog af maak, dan is dat zo.
*** ***
Donderdag 18 juli.
De tweede strofe is af. Wordt vervolgd.
Nola, net elf, is nu een ‘recording artist’.
Het zelfgeschreven lied Nooit meer eenzaam heeft zij onlangs vereeuwigd met behulp van ouders, een producerende moedersvriend en vier vriendinnen. Alles live gespeeld, tegelijkertijd vastgelegd.
Een hit!
Na een optreden op het Finger Lakes GrassRoots Festival of Music & Dance in Trumansburg, NY kreeg ik een cd in handen gedrukt van Dave Wilson, de vader van mijn toenmalige drummer. “Dit is mijn album”, zei hij. “Er staat een lied op over jou.”
“Een lied over mij?”
Mijn drummer Willie B en ik hadden mooie avonturen beleefd samen, waarvan Amerika doorkruisen met Johnny Dowd het hoogtepunt was. Willie B’s vader had ik een paar keer ontmoet toen hij uit Boston op bezoek was in Ithaca, NY, waar Willie en ik in hetzelfde huis woonden. Tijdens een van die ontmoetingen had ik hem eens verteld over mijn komst naar Amerika.
Dat verhaal sprak hem kennelijk aan.
Herontdekt
Thuis zette ik het album op, nieuwsgierig, en mocht ik ervaren hoe het is om bezongen te worden: “Come on, come on, Jairo, you know what to do. No one lives his life like you.”
Ik was vereerd.
Desondanks heb ik het album sindsdien niet meer geluisterd en is het in de vergetelheid geraakt, alhoewel ik nooit ben vergeten dat er door een Amerikaanse zanger een lied over mij is geschreven.
Stoffige doos
Onlangs, veertien jaar later, heb ik het album herontdekt – of eigenlijk pas echt ontdekt. Zanger en liedjesschrijver Wilson is daar zelf verantwoordelijk voor door contact met mij op te nemen om mij te laten weten dat hij een tweede album heeft uitgebracht.
Onmiddellijk besloot ik dat eerste album weer eens op te zoeken. Dat bleek na heel wat verhuizingen in een stoffige doos op zolder verzeild te zijn geraakt. En zo kwam ik op het idee om het bericht over Wilsons nieuwe album aan te grijpen om hem eindelijk te bedanken voor het prachtige lied dat hij over mij heeft geschreven.
Bij dezen, Dave!