Jairo van Lunteren
Busken Huetstraat 25
2032VJ Haarlem
M: 06-46 088 595
E: rakenoider@gmail.com
BETREFT: EXCUUSBRIEF N.A.V. TELEFOONGESPREK
(Verzonden naar service@nrc.nl)
Geachte mevrouw van de klantenservice,
Onlangs werd ik op straat aangehouden door een abonneewerver van NRC Handelsblad. Of ik een exemplaar van de krant wilde meenemen, gratis en voor niets. “Natuurlijk”, zei ik, “ik heb vroeger een abonnement gehad en lees het NRC nog altijd graag.”
De werver reikte mij een krant aan. “U bent abonnee geweest? Waarom bent u dat niet meer?”
“Omdat een abonnement me te duur is.”
“Dan heb ik een mooie aanbieding voor u.”
“Nee, dank je. Als je me een abonnement wilt aansmeren, hoef ik de krant niet.”
“Nee, dat probeer ik niet. Die krant krijgt u sowieso mee, geloof me. Maar dit is echt een fantastisch aanbod. Heeft u een moment?”
“Eigenlijk niet, nee. Ik heb geen interesse.”
Vijf minuten later tekende ik het digitale formulier dat mij een jaar lang de weekendeditie en toegang tot de digitale editie van het NRC zou bezorgen, voor dertien euro per maand.
“Als u wilt, kunt u thuis direct bellen en opzeggen, hoor”, zei de abonneewerver er nog bij. “’Dan heeft u in elk geval een gratis krant. Ik wens u een prettige dag.”
Ik vervolgde mijn weg met het gevoel dat ik er in was getrapt. Goed, ik had dat gratis krantje. Maar tot een handvol minuten geleden had geen haar op mijn hoofd er over gedacht om weer een abonnement te nemen.
Meteen opzeggen dus, besloot ik. Uiteraard – want zo ben ik – deed ik er echter nog even over voordat ik de telefoon pakte om de daad bij het woord te voegen. Gelukkig lukte het mij wel dit binnen de termijn te doen die in de voorwaarden stond.
Daarmee was de kous af, verwachtte ik.
Maar nee…
Verbaasd constateerde ik vervolgens dat NRC toch dertien euro van mijn bankrekening had afgeschreven. “Potverdorie!” dacht ik. “Dat is oneerlijk…” Ik storneerde het bedrag.
Vanwege privéomstandigheden trok ik tijdelijk in bij een vriend, maar mijn postadres bleef hetzelfde. Desondanks ging steeds meer post ongezien aan mij voorbij. NRC Media stuurde, ontdekte ik later, betalingsherinneringen, die ik geen van alle onder ogen kreeg.
Uiteindelijk werd ik gebeld: “Wilt u mij terugbellen in verband met een openstaande factuur van dertien euro?” sprak een dame van NRC Media in. Net die dag had ik te horen gekregen dat mijn contract bij mijn huidige werkgever niet wordt verlengd en dat mijn ex eigen woonruimte had gevonden. Kortom, door de drukte in mijn hoofd vergat ik terug te bellen.
Het gevolg: een brief van een deurwaarder waarin ik werd gesommeerd als de wiedeweerga die dertien euro over te maken – plus veertig euro incassokosten.
Tijd voor actie, vond ik, en ik belde de klantenservice van NRC Media om de situatie uit te leggen. Ja, vervelend, zei de mevrouw aan de andere kant van de lijn. “Maar wij kunnen niets voor u doen. U zult moeten betalen.”
“Ja, dat begrijp ik”, probeerde ik. “Die dertien euro maak ik over. Maar het gaat mij om die veertig euro incassokosten.”
“Daar valt niets aan te doen, meneer.”
Een moment stond ik met mijn mond vol tanden: “Maar, maar…”
Maar protesteren had geen zin.
Juist omdat protest op voorhand kansloos was, welde een gevoel van verbolgenheid in mij op. “Natuurlijk weet ik dat u hier niet verantwoordelijk voor bent. Maar de volgende keer dat ik zo’n abonneewerver van NRC tegen het lijf loop, sla ik hem op zijn bek!” De woorden floepten zomaar uit mijn mond. “Verder heb ik niets meer te zeggen. Dag, mevrouw!”
“Dag, meneer”, hoorde ik haar, duidelijk uit het veld geslagen, nog zeggen.
Onmiddellijk bekroop mij een schuldgevoel: waarom was ik agressief geweest? De mevrouw had mij vriendelijk te woord gestaan en gewoon haar werk gedaan. Haar dag had ik er niet leuker op gemaakt.
Terugbellen om mijn excuses aan te bieden, zou weinig zin hebben; ik zou door een ander worden geholpen, en de naam van de mevrouw was mij ontgaan.
Dan maar een excuusbrief schrijven en opsturen aan de klantenservice van NRC Media, in de hoop dat hij daar rond gaat tot hij haar bereikt.
Mevrouw van de klantenservice, ik bied u mijn excuses aan voor mijn onwelvoeglijke gedrag. U heeft uw werk naar behoren gedaan en ik moet leren mijn financiële administratie op orde te hebben. Uw collega van de abonneewerving deed eveneens zijn werk; hij verdient een pluim, omdat het hem lukte mij iets te verkopen dat ik niet wilde hebben. Maar hem heb ik niet geschoffeerd en u wel, dus hij krijgt mijn excuses niet.
Dit gezegd hebbende, verzoek ik NRC Media deze brief als column op te nemen in een weekendeditie van NRC Handelsblad. Tevens dient hij als open sollicitatie naar de functie van columnist bij uw krant. De vergoeding die ik vraag voor deze eerste bijdrage bedraagt 53 euro.
Met vriendelijke groet,
Jairo van Lunteren.