Eerder gepubliceerd door DIERENBESCHERMING.
In de landelijke media lees en hoor ik de laatste tijd regelmatig verhalen over de al dan niet noodzakelijke oprichting van een dierenpolitie. Al die aandacht is onder andere het gevolg van de verkiezingskoorts waarin wij in Nederland verkeren sinds de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen en de val van het kabinet-Balkenende IV. In een heftige verkiezingsstrijd rolt een positief onderwerp als dierenwelzijn nu eenmaal een stuk lekkerder van de tong dan, bijvoorbeeld, bezuinigingen. De mate waarin steeds meer mensen zich het lot van dieren aantrekken speelt echter eveneens een rol. Juist daarom staan politici in de rij om dierenwelzijn op te nemen in hun verkiezingsagenda. Democratie blijkt een goede zaak voor de dieren! Althans…
Het idee voor een dierenpolitie werd eind januari op de kaart gezet toen minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit toestemming verleende voor een proef in Capelle aan den IJssel: twee opsporingsambtenaren met extra bevoegdheden gaan zich in die gemeente naast hun normale werkzaamheden ook bezighouden met dierenleed. De bekendmaking van de proef werd gretig opgepikt door de media en verschillende gemeenten hebben inmiddels aangegeven ook wel iets in dit idee te zien. Zonder ironie durf ik te stellen dat wij in Nederland op de goede weg zijn als die kennelijke interesse in het welzijn van dieren door deze gemeenten wordt omgezet in beleid. Het is een prima idee om te onderzoeken of de oprichting van een speciale dierenpolitie daarbij van toegevoegde waarde is.
Centrale meldkamer
Wat ik alleen zo jammer vind is de misleidende, ja, soms zelfs ronduit valse en denigrerende argumentatie die wordt gebruikt om het pleidooi voor de oprichting van een Dierenpolitie – een soort Animal Cops in de polder – kracht bij te zetten. Allereerst worden er in de proef in Capelle aan den IJssel geen extra mensen ingezet die uitsluitend dierenwelzijnswetgeving controleren, zoals in de berichtgeving wel vaak wordt gesuggereerd. Neen, het gaat om twee bestaande ambtenaren die dit werk erbij moeten gaan doen! Ten koste van welke andere taken dat zal gaan is vooralsnog niet bekend. Het waarom achter dit idee wordt nogal eens uitgelegd door te stellen dat er in Nederland slechts veertien mensen zijn die zich bezighouden met de opsporing van dierenleed. Dat is niet waar.
Het klopt dat bij de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) veertien opsporingsambtenaren werken. Is dat te weinig? Misschien… Die vraag krijgt echter een andere lading als er bij zou worden verteld dat deze mensen worden geassisteerd door een zeer professionele centrale meldkamer in Hilversum, waar elf mensen met een HBO-opleiding op het gebied van dierenwelzijn ondersteuning bieden. De vraagt krijgt nog een andere lading als evenmin zou worden vergeten dat de beroepsinspecteurs daarnaast ook nog worden ondersteund door ruim tweehonderd lokale inspecteurs, die verbonden zijn aan de meldkamer in Hilversum en aan de lokale afdelingen van de Dierenbescherming.
Te hoge verwachtingen
Weten lokale politici en de media dat dan niet? Ik kan het u niet vertellen. Wat me wel opvalt is dat niet iedereen zich lijkt te realiseren dat de reguliere politie de bevoegdheden om dierenbeulen aan te pakken gewoon heeft. Daar hoeven we niks meer voor te regelen in dit land. Als morgen een korpsbeheerder in een gemeente roept dat de opsporingsprioriteit verschuift van parkeerovertredingen naar de aanpak van dierenleed, dan kan dat! Natuurlijk heb je daar specialistische kennis voor nodig. Dat is ook precies de reden waarom onze inspecteurs politiemensen zo vaak assisteren en ondersteunen! Verder hebben we in dit land ook nog de Algemene Inspectiedienst (AID) van het ministerie van Landbouw. Deze opsporingsambtenaren komen in actie als er sprake is van bijvoorbeeld verwaarlozing van vee.
Kortom, ik hoed voor te hoge verwachtingen als het gaat om mensen die zonder kennis van zaken roepen dat er ‘Animal Cops’ moeten komen in dit land. Overigens hebben die ‘echte’ Animal Cops van de televisie vaak minder bevoegdheden dan de LID in Nederland, maar dit terzijde…
Kennis, expertise en ervaring
Zoals ik hierboven al aangaf: we moeten in de discussie over de noodzaak van een speciale dierenpolitie niet uit het oog verliezen dat ook de reguliere politie dierenwelzijn in het takenpakket heeft. Dat wil zeggen dat een agent die stuit op een misstand op dat gebied de plicht heeft om in te grijpen. De toegevoegde waarde van de LID en de afdelingsinspecteurs zit dan ook niet zozeer in wat zij mogen doen, maar in de focus die zij hebben. Precies zoals dat hopelijk het geval zal blijken te zijn met de speciale opsporingsambtenaren in Capelle aan den IJssel. Als die proef volgend jaar een positieve evaluatie krijgt, dan staat de Dierenbescherming klaar om mee te werken aan de professionalisering van de inspectiedienst voor dierenwelzijn op lokaal niveau. Als geen ander hebben wij daarvoor de kennis, expertise en ervaring in huis.