Wat ik altijd al wist, is eindelijk gebleken: Opdichter kan niet zonder muziek. Ik schrijf graag, ik wielren graag en ik ben gek op mijn kinderen. Maar ik kan niet langer ontkennen dat ook muziek maken onlosmakelijk verbonden is met mijn persoontje. Na weer eens een tijdlang geen snaar te hebben aangeraakt, begon het de afgelopen weken dan ook weer te kriebelen. Zozeer zelfs, dat ik besefte dat ik er ongelukkig van werd. Dus wat heb ik gedaan? Juist ja, de gitaar weer opgepakt.
Spannender is echter dat ik daarnaast op Facebook een berichtje heb geplaatst op een pagina voor muzikanten die speelkameraatjes zoeken. Op dat oproepje reageerden drie mensen, waarvan er een uiteindelijk de ware bleek: Peter de Beer uit Utrecht. Peter? Peter! Hoe is het mogelijk… Peter, een oude vriend, twintig jaar geleden uit het oog verloren. Dat kon geen toeval zijn! Op 11 juni kwam hij voor het eerst langs om samen te spelen. Beiden waren roestig, maar het weerzien was vrolijk en smaakte naar meer.
De tweede oefensessie zit er inmiddels op, en nu weten we het zeker: hier gaan wij – nee, moeten wij! – mee doorgaan. Zo goed klinken we met z’n tweetjes! Omdat we nu maar meteen willen gaan optreden, op termijn, moeten we wel serieus zijn en regelmatig met elkaar oefenen. We hebben dan ook wat ruwe opnames gemaakt vanavond, opdat Peter de liedjes thuis kan oefenen. Vanaf nu komen we zo veel mogelijk eens per week bij elkaar, al woont hij in Utrecht en ik in Haarlem. We zoeken er nog wat muzikanten bij. Misschien wat voor jou?
Ik ben een gelukkig mens!