Eerder gepubliceerd op DIERENBESCHERMING.
De blauwvintonijn. De hamerhaai. Zeventien soorten steur. Noem maar op. Allemaal zijn ze op sterven na dood nu het niet is gelukt om tijdens de Convention on the International Trade in Endangered Species (CITES) in Qatar tot een verbod op handel in deze vissoorten te komen. De Dierenbescherming treurt om het onvermogen van de mens om de noodzakelijke maatregelen te nemen. Demissionair minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) liet zich tijdens de top, die gisteren werd afgesloten, van haar zwakste kant zien door tegen een verbod op commerciële handel in ijsberen te stemmen.
Wat bezielde de minister om tegen de wens van de Tweede Kamer in te gaan? En wat bezielde al die andere politieke leiders van landen overal ter wereld om vissers en jagers een vrijbrief te geven om dieren die met uitsterven worden bedreigd ongegeneerd te blijven doden? Het antwoord op de laatste vraag is simpel: economische belangen zijn wereldwijd nog altijd doorslaggevend. Wat Verburg bezielde, is minder duidelijk. Een commercieel belang bij de jacht op ijsberen heeft Nederland niet, terwijl ook de publieke consensus in het land niet bepaald in het verlengde van haar stemkeuze lijkt te liggen.
Seks met dieren
Eerder lijkt dit een geval van ministeriële verstandsverbijstering van Verburg. Of een misser bij het maken van moreel hoogstaande keuzes. Voorafgaand aan de conferentie had zij al aangegeven niet voor een verbod op commerciële handel in ijsberen te voelen omdat dat zou neerkomen op symboolpolitiek. Ook zei zij begin maart dat het voorstel het niet zou halen omdat duidelijk was dat de Europese Unie en bloc tegen zou stemmen. De landen vinden, in tegenstelling tot de Verenigde Staten, dat de ijsbeer al voldoende beschermd wordt omdat de handel aan beperkingen is onderworpen.
Deze beweegreden om tegen het voorstel te stemmen, getuigt volgens de Dierenbescherming van weinig moreel gezag en een totaal gebrek aan eigen wijsheid op momenten die daar om smeken. Immers, een verbod op jacht met ijsberen is vergelijkbaar met het recentelijk ook in de Eerste Kamer aangenomen verbod op seks met dieren. Natuurlijk, er zijn altijd wel redenen te bedenken om tegen te stemmen: het is niet te handhaven, zoals over het verbod op seks met dieren werd gezegd. Of, in het geval van de ijsberenjacht: het verbod dient geen doel omdat niet de jacht maar de verdwijnende leefomgeving de diersoort bedreigt.
Aaibaarheidsgehalte
Om al die mitsen en maren omtrent een dergelijk verbod gaat het echter niet. Van een verbod kan namelijk ook in de eerste plaats een signaal uitgaan: ‘Dit vinden wij moreel verwerpelijk’. Precies dat signaal geeft de Nederlandse politiek door in te stemmen met het verbod op seks met dieren. Verburg had hetzelfde kunnen doen ten aanzien van de jacht op ijsberen door tegen te stemmen. Kennelijk vindt zij deze jacht echter niet verwerpelijk en telt de persoonlijke visie zwaarder dan de wil van zowel de Tweede Kamer als het Nederlandse publiek. De Dierenbescherming is Verburg in dezen volledig kwijt.
Maar de ijsbeer is slechts één van de diersoorten die tijdens de CITES-bijeenkomst in de steek werden gelaten. En met de ijsbeer komt het misschien allemaal nog wel goed, aangezien het dier een steeds hoger maatschappelijk aaibaarheidsgehalte lijkt te krijgen. Andere dieren, zoals de blauwvintonijn en de hamerhaai, hebben tijdens de top zo mogelijk nog meer verloren. Voor deze dieren was de conferentie in Doha, de hoofdstad van Qatar, misschien namelijk wel een laatste strohalm waaraan hun hoop op overleving hing. Die hoop is nu vervlogen, aangezien de volgende CITES-top drie lange jaren weg is.
Karretje
Drie jaar. En dat terwijl zelfs een algeheel vangstverbod, met onmiddellijke ingang, waaraan iedereen zich houdt, voor deze vissoorten niet met zekerheid voldoende is om ze van de ondergang te redden. En van sommige steursoorten is niet eens bekend of zij niet nu al uitgestorven zijn. Dat een land als Canada zich achter het karretje van Japan, Libië en Tunesië laat spannen in hun lobby tegen een handelsverbod in blauwvintonijn zegt iets over de veranderde geopolitieke verhoudingen, maar vooral over het morele kompas waarop de mens vaart. Niet alleen Verburg, de gehele mensheid lijkt hopeloos verdwaald.