Immer vertrouwd maar altijd verrassend, begeleidt Nick Cave zijn nieuwe album Skeleton Tree met een documentaire die een openhartige inkijk geeft in het leven van ouders die hun kind verliezen. Tranen vloeien zondag tijdens de tweede en laatste vertoning in de Haarlemse bioscoop rijkelijk.
Zwaar op de maag is het zeker, maar dat trekt de gemiddelde liefhebber van de Australische liedjesmaker doorgaans wel. Wat ontbreekt in de film zijn de absurdistische sfeerbeelden en duistere humor waar zijn werk om bekend staat. In Caves creatieve geest heeft bloedige fantasie plaatsgemaakt voor nietsontziende realiteit.
Vlees en bloed
Opvallend is dat de zanger in de documentaire, die de titel One More Time With Feeling draagt, meer lacht dan zijn publiek gewend is. Beter gezegd: hij vertoont af en toe een grimas. Door de verwrongen lach schrijnt weliswaar de pijn, maar het is mooi om te zien dat hij zijn gevoelens op die manier lucht probeert te geven.
One More Time With Feeling van regisseur Andrew Dominik is een persoonlijker documentaire geworden dan de semi-fictieve voorganger 20,000 Days on Earth. In die film uit 2014 speelde Cave met verve de rol van de cultartiest die hij in het dagelijks leven is, terwijl hij zijn publiek nu laat zien dat ook hij toch echt van vlees en bloed is.
Gelukkig
Op de meest aangrijpende momenten van One More Time With Feeling doet Caves brekende stem denken aan Johnny Cash op diens vertolking van Trent Reznors Hurt. Heel af en toe heb je als kijker de behoefte weg te kijken of je af te vragen of je dit wel moet zien, of het niet neigt naar uitbuiting van een tragedie.
Bovenal is de documentaire echter een eerbetoon aan de rouw geworden. Cave laat zien hoe het grootst denkbare trauma een persoon verandert en hoe sterk de overlevingsmodus van een mens soms moet en dan ook inderdaad kan zijn. De pijn van het verlies gaat nooit weg, beseft hij, maar Cave en zijn vrouw kiezen er voor gelukkig te zijn.